Margaux, potentieel de meest verleidelijke gemeente appellation
van de Haut-Medoc in Bordeaux. Op hun best combineren de wijnen van Margaux een
diepe, robijnrode kleur met een structuur en concentratie die elke topkwaliteit
medoc bezit, een onvergetelijk parfum en een textuur die nog zijdeachtiger is
dan die van noorderburen Saint-Julien, Pauillac, en Saint-Estephe. Wijnen van
jaargangen uit het midden van de 20e eeuw van de twee beste bedrijven, ChâteauMargaux en Château Palmer, zijn dergelijke topwijnen en hebben bijgedragen tot
een 'kenmerkende' Margaux stijl. Dit is echter weinig behulpzaam bij het blind
proeven, aangezien steeds meer wijnen uit de Medoc vooral body en extract
lijken na te streven, hetgeen vaak ten koste gaat van de typiciteit van de
verschillende gemeenten. Margaux is de meest zuidelijke, meest geïsoleerde en
meest afwijkende van Medocs gemeente appellations. Hoewel de wijn gemaakt wordt
op de beste stukken grond van de wijngaard, die meestal niet aan elkaar
grenzen; omvat de appellation niet alleen het grote dorp Margaux; maar ook de
omliggende gemeenten Cantenac, Soussans, Labarde en Arsac. De mindere stukken
grond kwalificeert men als Haut-Medoc. Begin 21e eeuw bestond de appellation
Margaux uit meer dan 1400 ha wijngaarden; die onvermijdelijk aanzienlijke
verschillen laten zien in zowel topografie als bodemtypen. De appellation kent
bodems van kalksteen krijt, klei en zand, maar de beste wijnen zouden afkomstig
zijn van lage heuvels, of croupes, waar veel grind zit en de afwatering goed
is. De eigendommen zijn hier echter zeer versnipperd, waardoor een bedrijf ver
van elkaar gelegen wijngaarden met compleet verschillende bodemsoorten kan bezitten.
Château Margaux bijvoorbeeld heeft zowel wijngaarden in Cantenac als in
Soussans. Margauxheeft in het verleden enorm veel bekendheid gekregen en in de
classificatie van 1855 voor Medoc en Graves zijn meer bedrijven uit Margaux
opgenomen (meer dan twintig) dan van enige andere appellation. De appellation
heeft duidelijk nog veel potentieel; maar in de jaren 70 en 80 en zelfs in de
jaren 90 kon een aantal chateaus de substantiële verbeteringen in wijnkwaliteit
van de drie andere grote appellations van de Medoc niet bijbenen. Een wederopbloei
is echter op komst. Château Margaux zelf, de vaandeldrager van de eerste cru's
en naamgever van de appellation Margaux, wist ziChâteauin 1978 te herstellen na
meer dan een decennium van teleurstellende jaargangen. Van de vijftweede crus
binnen de appellation, Château Rauzan-Segla, Rauzan-Gassies, Durfort-Vivens,
Lascombes en Brane-Cantenac, bloeide de eerste pas op toen de eigenaren van het
modehuis Chanel het kochten in 1994 (die de 'z' in de naam terugzetten); de
tweede en derde staan te boek als de slechtst presterende in de hele Medoc. Van
de originele tien derde cru's waren Desmirail, Ferriere en Dubinon-Talbot
jarenlang praktisChâteaunon-actief, de laatste ogenschijnlijk voor altijd.
Alleen van ChâteauPalmer, officieel derde cru, kan gezegd worden dat het de
appellation met trots en zeer consequent vertegenwoordigd heeft tijdens het
tweede deel van de loe eeuw. ChâteauPalmer, deels bestuurd en eigendom van de
inmiddels overleden Peter A. Sichel, produceerde in 1961 een wijn die zonder overdrijving als
legendarisChâteauomschreven kan worden. Rauzan-Segla en Rauzan-Gassies waren
oorspronkelijk een bedrijfen volgens Penning-Rowsell was het misschien wel het
eerste dat een reputatie vestigde in het buitenland, afgezien van de premier
crus. Het grootste deel van Rausan-Segla (zoals het toen gespeld werd) was
lange tijd eigendom van de Cruses en sindsdien van vele bedrijven. De laatste
van die reeks installeerde halverwege de jaren So veel nieuwe
vinificatieapparatuur, waarna het verkocht werd aan de familie Wertheimer van
het modehuis Chanel. Château Lascombes was eerst eigendom van Alexis Lichine,
daarna van een Britse brouwerij en is nu in handen van een Amerikaans
consortium met grote belangen op de rechteroever. Het grote ChâteauBrane-Cantenac,
net als Dufort-Vivens eigendom van Lurton, produceert nu lichtere wijnen dan
zijn status in de classificatie van 1855 suggereert. Van Margaux' andere derde
cru's, afgezien van Palmer, heeft Kirwan verbetering meegemaakt; Issan is meer
bekend om zijn romantische chateau dan om zijn moderne wijnen; Giscours heeft
een wederopstanding meegemaakt met de nieuwe eigenaar; Cantenac-Brown wordt
bestuurd door AXA; Malescot St-Exupery, oorspronkelijk St-Exupery genoemd,
wordt langzamerhand interessanter; Boyd-Cantenac is vaakte saai, terwijl
Marquis dAlesme-Becker, oorspronkelijk Becker genoemd, ongemakkelijk dun kan
zijn. Recentelijk zijn er meer zorgen om Château Prieure-Lichine dan om
Margaux' andere vierde cru's ChâteauPouget en Marquis de Terme, hoewel de
laatste veel verbeterd is sinds het midden van de jaren 80. ChâteauDauzac en Du
Tertre zijn Margaux' vaak wat sombere vijfde cru's en ongeclassificeerde
chateaus als Angludet (eigendomvan Sichel), Bel Air Marquis d'Aligre, La
Gurgue, Labegorce-Zede, Monbrison en Siran bieden vaak spannender, integere wijnen
en veel waarde. Een van Medocs beroemdste witte wijnen wordt hier gemaakt, al
is het slechts een Bordeaux AC.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten